Markt voor Joden. 3 november 1941- 2020
In de ochtend van 3 november werd herdacht dat 79 jaar geleden op de speelplaats in de Gaaspstraat een markt werd ingesteld tijdens de Duitse bezetting. Net als in andere wijken van Amsterdam werden goed omheinde pleinen geselecteerd voor deze markt slechts toegankelijk voor joodse bewoners en marktkoopmannen- en vrouwen. Als een stap in de steeds verdergaande uitsluiting en isolatie van deze bewoners en handelaren.
Een sobere maar ingetogen herdenking, die geen publiek karakter mocht hebben, maar waarbij de leerlingen van groep 7 en 8 van basisschool de Catharina wel aanwezig waren.
Onderstaand citaat werd voorgelezen uit het boek Voordat ik het vergeet van Meyer Sluyser met daarbij in gedachten acteur Dick Scheffer/ Isaäc Komkommer, één van de oprichters van het monument, die in het jaar 1986 tijdens de onthulling van het monument uit hetzelfde boek citeerde. In Scheffer’s woorden uit dat jaar klinken zijn sterke overtuiging van de betekenis van het monument, zijn diepe persoonlijke betrokkenheid en de kracht van zijn boodschap gericht aan de leerlingen die er stonden in 1986 en er nog steeds elk jaar staan.
Mensen
Als ik de ogen sluit, zie ik op de binnenkant van mijn oogleden de buurt, zoals ik haar heb gekend gedurende de veertig jaar vóór het Grote Verdriet. De straten. De huizen. De voor- en achterkamertjes. […]In al die hokjes wonen mensen.
Mensen, mensen, mensen.
Ik ken alle gezichten. Namen deinen op de trage golven der herinnering.Elk gezicht is een roman.Elk leven is anders.
Zolang ik mijn ogen gesloten houd, is de buurt werkelijkheid. De huizen zijn niet vervallen. De mensen leven. Ik zie het beeld scherp. Alsof ik een moderne luchtfoto in de hand houd.
Het is niet waar, dat de tijd een vloeiende stroom is. De tijd staat stil; en wij reizen erlangs, van herinnering tot herinnering. Verleden en heden liggen aan dezelfde lijn.Gisteren en vandaag zijn delen van hetzelfde beeld. (Meyer Sluyser, Voordat ik het vergeet)
De leerlingen legden rozen waaraan zij kaartjes hadden gemaakt met daaraan enkele van de 13.000 namen van de slachtoffers uit de Rivierenbuurt. Later op de dag legde Rabbijn Vorst een bloemenkrans namens de Joodse Gemeente Amsterdam. Wij danken allen, de leerlingen, leerkrachten bewoners, organisaties en verenigingen en buurtcentra voor de betrokkenheid bij deze dag.