Verhaal van Mirjam

Ik was zo verliefd

Het verhaal van tijdgetuige Mirjam Ohringer *26-10-1924 †29-05-2016

Ik spreek graag voor en met jonge mensen ook in Oostenrijk en Duitsland. Ik kan echt geen lange stukken meer lopen, maar als een groep in de buurt van Mirjam op een basisschool in kaatsheuvelhet Verzetsmuseum verschillende dingen wil zien dan zeg ik: “jullie moeten me wel duwen” en dat doen ze dan in mijn rolstoel.

Ik ben in Amsterdam geboren maar mijn ouders komen uit Polen. Mijn beide ouders zijn vroom Joods opgevoed, maar zij hebben de religie al vrij snel opzij geschoven. De Russische revolutie in 1917 maakte op hen diepe indruk. Ik ben opgevoed met Marx en Mozes.

Bij het begin van de oorlog zat ik gewoon op school, het Barlaeus Gymnasium. In december 1940 werkte ik mee aan het maken van de illegale krant de Waarheid. Als ik naar school ging bracht ik zo’n krantje naar een vertrouwd iemand, die moest het dan aan zoveel mogelijk mensen laten lezen. Na school haalde ik het krantje weer op om het aan anderen te geven. Je moest echt woekeren met één zo’n krantje.

1941 was een heel dramatisch jaar voor mij, want op 11 juni was mijn vriend Ernst bij een grote razzia opgepakt. “Ik heb de oorlog overleefd; ik voel me verplicht dit werk te doen.”Hij was een Duitse vluchteling. Ik was heel erg verliefd op hem. In september moesten alle Joodse kinderen van school af. We moesten naar het Joods Lyceum aan de Stadstimmertuin 1.  Anne Frank is daar ook nog op school geweest. Op dezelfde dag dat de school openging – 15 oktober – kreeg ik het doodsbericht van Ernst uit Mauthausen. Een van mijn vrienden kwam naar me toe en zei: “Mirrie, Ernst stond ook op de lijst”.

Ik heb mijn school vanwege de vele razzia’s afgebroken en ben gaan werken bij een afdeling van de Joodsche Raad. Voor mij was het daar een goede plek. Je kon met het illegale werk doorgaan, geld ophalen voor onderduikers en de krant verspreiden. Daarna moest ik van mijn vader onderduiken. Later kreeg ik heel goede valse papieren op naam van Wientje van Duiven en kon ik gewoon op straat lopen.

“Ik was zo erg op Ernst verliefd.”

In 1982 ben ik voor het eerst naar het concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk gegaan. Daar zagen we dat ieder land een nationaal monument had maar Nederland niet. We hebben toen de Vriendenkring Mauthausen opgericht en in 1986 is daar door Prins Bernhard een Nederlands Monument onthuld. Het is natuurlijk ook door Ernst dat ik me zo bij Mauthausen betrokken voel.

Ik ben van meer comité s bestuurslid, maar het liefst praat en werk ik toch met jonge mensen. Je merkt dat zij meer dan geïnteresseerd zijn, ze zijn onder de indruk over wat er in de oorlog gebeurd is. Ik heb de oorlog overleeft en dat verplicht me dit werk te doen, zolang ik maar kan.