Verhaal van Mientje
Als je op de Nieuwmarkt bent geboren
Het verhaal van tijdgetuige Mientje ten Dam – Pooters
Hallo,
Ik ben Mientje ten Dam. Ik ben geboren in het centrum van de stad op de Nieuwmarkt op 4 januari 1917. Het cafe van de vader van Mientje, De Vriendschap op de Nieuwmarkt Mijn vader had daar een café, café de vriendschap. Ik ging naar de kleuterschool in de Barnesteeg. Het was een gezellige buurt met een gemengde bevolking van joodse en niet joodse mensen. Later kwamen er nog de Chinezen bij.
Nasjavond
Wat ik zo aardig vind zijn de herinneringen aan de andere levenswijzen. Als wij met Pasen paasbrood aten, aten de Joodse mensen matses en op vrijdagavond hadden zij nasjavond. Nasjen is snoepen. Een nasjavond is een soort snoepavond, dan kwamen er pinda’s, chocola en fruit op tafel. En dan met elkaar lekker nasjen.
“Nasjavond;
leuk de hele familie bij elkaar” Ik was bevriend met mijn buurmeisje Pinnie Gobits. De moeder van Pinnie noemde ik Tante Tootje en haar vader Oom Hartog. Pinnie’s oudste zus heette Jetje en dan had je nog Barend, Levi en Sallie. Ik mocht wel eens bij hen logeren, ook bij de snoepavonden,de nasjavond. Dat was heel gezellig, leuk de hele familie bij elkaar.
Klap op m’n kont
Op een keer hadden Pinnie en ik kattenkwaad uitgehaald. Pinnie kreeg een klap op haar kont en toen kreeg ik ook een klap op m’n kont. Dat voelde toen zo goed want ik hoorde er echt bij. Oom Hartog zei nog: “Denk er om de volgende keer zeg ik het tegen je vader”. Dat liep dus goed voor mij af. Later groeiden wij wat uit elkaar. Ik ging werken toen ik 14 jaar was op een kleermakersatelier. Ik werd japonnennaaister. Ik verhuisde naar de Buitenbantammerstraat en later naar andere adressen.
Mientje (rechts) met vriendin Pinnie
Waverstraat 67
Dan komt de oorlog. Ik was inmiddels getrouwd en had grote zorgen voor mijn Joodse vrienden en vriendinnen. Want Hitler die de oorlog maakte, wilde niets van Joden weten. Hij liet ze vermoorden en daar was ook de familie Gobits bij. Ja ik heb natuurlijk wel mijn best gedaan om Joodse mensen te redden. Die kwamen dan een paar weken bij ons in huis tot mijn broer Pam een onderduikadres voor hen gevonden had. Zo zijn er in ons huis aan de Wakerstraat 67III veel Joodse mensen in huis geweest en ook wel verzetsstrijders.
Dappere Piet Vloet
Piet heb ik ook geholpen, een dappere man. Hij zat gevangen in de Weteringschans. “Ik weet eigenlijk niet of ik jullie zulke verschrik- kelijke dingen moet vertellen” We kregen – illegaal natuurlijk – een briefje: “Ze hebben m’n polsen aan m’n enkels gebonden en hun sigaretten op mijn rug uitgedoofd. Ik heb jullie adres niet genoemd. Ga door, de groeten van Piet.” Piet is doodgeschoten. De mensen die gepakt zijn geweest, daar heb ik een groot respect voor. Want hoe erg zij ook gemarteld werden, ze hebben ons niet verraden. PS. Ik weet eigenlijk niet of ik jullie zulke verschrikkelijke dingen moet vertellen.
Mijn broer Pam
Het hele gezin waar ik uitkwam deed mee tegen Hitler en zijn bende. Mijn broer Pam is gepakt en mijn zuster Nelly ging naar een concentratiekamp in Duitsland. Bijna op het eind van de oorlog moest ze meedoen aan de dodenmars. Dertien dagen en nachten lopen. Eten kregen ze toegegooid door de mensen langs de kant van de weg en ze aten ook gras. Nelly is bevrijd door de Russen. “Zoek eens voor me op waar dat woord moffen vandaan komt” Van de Russen mochten ze alle huizen in om kleren en eten te pakken, ook al waren de Duitse mensen thuis. Toen Nelly thuis kwam woog ze nog 30 kilo. Ook mijn schoonzus heeft de oorlog overleefd.
Duitsers en moffen
Als je nu aan me vraagt of ik een hekel aan Duitsers zeg ik nee. Wel aan de moffen, die al die verschrikkelijke dingen gedaan hebben. Moffen is een scheldwoord voor Duitsers in de oorlog, zoek eens voor me op waar dat woord vandaan komt.
Sorry, but you are looking for something that isn't here.