Verhaal van Celine

Anti-Duits ben ik niet meer, antifascistisch voor altijd

Het verhaal van tijdgetuige Celine van der Hoek – de Vries *13-02-1920 † 30-09-2011
In 2003 word ik 83. Ik heb geluk gehad, eigenlijk vele malen.

Het hek van concentratiekamp AuschwitzToen ik in 1944 in Auschwitz kwam was ik 24. Het einde van de treinreis van Westerbork naar Auschwitz was ook het einde van mijn leven. Hoe was het mogelijk dat ik in deze hel terecht gekomen ben. Natuurlijk al voor de bezetting in mei 1940 wisten we van Joodse emigranten welk drama zich in Duitsland voltrok. Maar we geloofden niet dat ons in Nederland hetzelfde zou overkomen.celine-auschwitz

Mijn moeder was een drukke zakenvrouw met drie grote filialen in elektrische apparaten. Ik kreeg een goede opvoeding met voortgezet onderwijs. De maatregelen tegen de Joden begonnen sluipend. Zo mocht ik niets anders doen dan werken (als kinderverzorgster) in een Joods gezin.

In juni 1942 werd ik door een agent dicht bij mijn huis tegengehouden. Hij stuurde me terug. “Het Kindermonument, dat houdt me jong.”Ik zag nog dat mijn moeder en broer op een Duitse wagen werden geladen. Zij zijn vermoord. Ik moest onderduiken, werd twee keer opgepakt en naar de Hollandsche Schouwburg gebracht. Ik kwam er ook weer uit. De derde maal werd ik wel op transport gesteld naar Westerbork.

“Ik draag nog steeds altijd lange mouwen, het is alsof ik me voor mijn nummer op mijn arm schaam.” Na een paar maanden ging ik op transport naar Auschwitz. Drie verschrikkelijke dagen in veewagens, geen eten of drinken, mensen stierven. In Auschwitz kregen we een nummer op onze arm getatoeëerd A – 25236. De sterksten mochten werken, de anderen werden vergast.

Alle verschrikkingen heb ik meegemaakt, tot driemaal toe  werd ik bij de sterken geselecteerd. Ik heb geluk gehad. Daarna werden we overgebracht om te werken in een munitiefabriek in Tsjechië.

“In Duitsland leren ze meer van de oorlog dan bij ons.” We zijn bevrijd door de Russen. Ik woog toen nog 24 kilogram. Doodziek was ik. Meline-westerborket een militair vliegtuig werd ik naar Eelde gebracht en daar kon ik aansterken. In Amsterdam was ik niet echt welkom. De filialen en alle bezittingen van mijn moeder waren ‘overgenomen’. Ik kon niet bewijzen dat ze mij toebehoorden. Ik kreeg drie maanden een uitkering en daarna moest ik het zelf maar redden.  Alleen, want niemand van mijn familie heb ik teruggezien. Ik heb me hervonden, samen met mijn man. Celine in 2003 terug in Westerbork, bij de ‘Jerusalem Stone’ Ik ben gaan werken als zangpedagoge en koordirigent.

Ik ben blij dat ik voor het Kindermonument kan werken. Het bezoek aan scholen houdt me jong. Ik ben mijn haat tegen Duitsers kwijtgeraakt. Vaak komen Duitse groepen naar het Kindermonument. Ik praat dan graag met hen, zij zijn geïnteresseerd en onder de indruk van mijn verhaal. Duitse scholen besteden meer aandacht aan de geschiedenis dan bij ons. Anti-Duits ben ik niet meer, maar antifascist blijk if, mijn hele leven, want er gebeuren nog steeds verschrikkelijke dingen.