Blumen für Stukenbrock
Herdenking en tentenkamp bij Stukenbrock
Celine van der Hoek als eregaste
2, 3 en 4 september 2005
Stalag 326, 2 april 1945
und sorget ihr, die ihr noch im Leben steht, dass Frieden bleibt, Frieden zwischen den Menschen, Frieden zwischen den Volkern.
Bij Stukenbrock lag Stammlager 326 (Stalag326); in de oorlog een concentratie- en ‘doorvoer’kamp voor krijgsgevangen en dwangarbeiders uit vooral de Sovjet Unie maar ook uit Polen, Italie en Frankrijk. Velen van hen – men raamt tussen de 40000 en 65000 – stierven in Stukenbrock en werden daar in massagraven begraven.
Het kamp werd op 2 april 1945 bevrijd en de nog levende gevangenen richtten met hun laatste krachten bij de begraafplaats een monument op voor hun overleden kameraden. Jaarlijks worden op 2 april en begin september herdenkingen georganiseerd.
Op 1 september 1939 viel Nazi-Duitsland Polen binnen en deze datum wordt als het feitelijke begin van de tweede wereldoorlog beschouwd. Antifascistische en socialistische jongeren organiseren op die datum een tentenkamp met, behalve ontspanning en het plezier van kamperen ook werkgroepen, voordrachten en discussies.
De herdenking
Celine was welkom en met haar ook een Russisch ex-gevangene. Zij werden bij de herdenking met veel respect welkom geheten. Haar korte dankwoord maakte indruk. We legden bloemen neer. En luisterden naar de muziek en de voordrachten, ook naar die van leerlingen van een school uit Moskou met een Stukenbrock-monument.
Fel werd er stelling genomen;
- tegen de dreigende neonazisme in Duitsland,
- tegen het opkomend fascisme,
- tegen politici die daar niets of veel te weinig tegen doen,
- tegen de pers en de rechterlijke macht die het af laten weten,
- tegen de opvatting dat Nazisme een soort natuurramp was die het Duitse volk getroffen heeft,
- tegen het idee dat het slechts een kleine groep topnazi’s waren die de holocaust veroorzaakt heeft,
- tegen de mening dat de naoorlogse generatie geen verantwoordelijkheid draagt.
Jeugdkamp
Celine hield in het jeugdkamp een voordracht, buiten in de zon. Veel belangstelling en een aandachtig gehoor. Stil waren we omdat velen zich door haar persoonlijke verhaal over Auschwitz realiseerden dat het echt gebeurd is; dat neonazisme en fascisme geen theoretische onderwerpen zijn uit de geschiedenisles.
Heel goed werd het slot van haar toespraak begrepen. “Ik vertel mijn levensverhaal niet omdat ik mijn verhaal wil vertellen, maar omdat ik hoop dat jullie beseffen dat het weer kan gebeuren, misschien in een andere vorm; dat we altijd waakzaam moeten blijven tegen opkomend racisme. Ik ben blij met jullie jongen mensen te mogen praten en dat ik jullie niet behoef op te roepen je tegen het fascisme te verzetten, dan doen jullie al.”
Indrukken
Drie dagen Stukenbrock, eigenlijk maar twee, en heel veel indrukken. We werden meer dan gastvrij ontvangen en iedereen was blij dat we er waren. De sfeer in het tentenkamp was ontspannen, vrolijk, vriendschappelijk, rommelig…
Het monument en de herdenking zijn nog steeds niet onomstreden. De begraafplaats is goed onderhouden, het oogt als een park; te veel als een park vinden sommigen. De herdenking was druk bezocht; partij-politiek gekleurd; kraampjes bij de ingang van de begraafplaats; redes werden zeker tienmaal door applaus onderbroken. Sommige deelnemers droegen T-shirts met felle politieke teksten; socialistische jongeren droegen een grote rode vlag.
De meeste deelnemers legden hun bloemen bij het monument van de soldaten of bij de grafstenen van de 36 massagraven; anderen bij de ‘officiële kapel’ waar de redes werden gehouden.
Oorspronkelijk stond er op het monument een rode vlag; in de tijd van de koude oorlog vervangen door een kruis van de orthodox Russische kerk; er is een omstreden initiatief om het monument in de oorspronkelijke staat, dus met rode vlag, terug te brengen.
Er zijn nog steeds discussies over het aantal doden. ’s Nachts lopen deelnemers aan het jeugdkamp over de begraafplaats om te voorkomen dat er incidenten plaats vinden (ze waren er dit jaar niet).
Opvallend was ook de toon en de inhoud in sommige voordrachten en werkgroepen van het jeugdkamp. Jonge mensen betoonden zich daar heel pessimistisch, waren somber, “Je kan je alleen maar zorgen maken over de politieke ontwikkelingen in Duitsland”. “Trots zijn op dit land, dat kan toch niet na Auschwitz maar er is ook niets om trots op te zijn”; een reeks van goed gedocumenteerde incidenten en politieke uitspraken rond neonazisme en opkomend militarisme werden vermeld en toegelicht.
Men toonde zich verbaasd maar niet verheugd toen we de resultaten van een onderzoek vertelden waaruit bleek dat Nederlandse jongeren een positief beeld hebben van Duitsland.
Een allerhartelijkst afscheid en afspraken om elkaar in Amsterdam te spreken.