Kindermonument – Rozenoord
foto’s: Jacqueline Wesselius (copyright 2009)
4 mei herdenking “Toen werd het stil”
Nog even bleven de tonen van de Last Post hangen boven Rozenoord. Toen werd het stil of zo stil als maar mogelijk is aan de rondweg waar het verkeer gewoon doorging.
Twee lange minuten stilte waarin ieder van de 200 aanwezigen met zijn eigen gedachten en herinneringen bezig was.
Vanaf de begraafplaats Zorgvlied klonk een enkele zanglijster. Er passeerde een lawaaierige vrachtauto.
Verder niets.
Eigen herinneringen
Ik heb moeite me op iets speciaals te concentreren. Flarden van het verhaal van Chris Moll vermengen zich met de toespraak van Duco Adema en het gedichtvan Anneke Schmidt en daar doorheen mijn eigen herinnering aan een fusillade in Hoorn.
Voor me staat de steen met het sobere opschrift: ‘Op deze plaats werden in de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog meer dan honderd Nederlanders door de Duitse bezetter gefusilleerd’.
De lotgevallen van een van hen ken ik: van de arts en verzetsman Cesar Willem Ittmann, gefusilleerd op 7 februari 1945. Het verhaal van zijn zoon Jan Willem tijdens de herdenking van 4 mei 2007 over het smartelijk verlies van zijn vader zal me steeds bij blijven. Maar wanneer zullen ooit de namen van de 99 anderen worden vermeld?
Duco Adema “De noodzaak blijft”
Ik dwaal af. Terug naar de herdenking. Stadsdeelvoorzitter Duco Adema houdt een stevig verhaal over de noodzaak de oorlog te blijven herdenken.
Maar ook bij hem klinkt de persoonlijke belevenis door: de herinneringen van zijn moeder Mary aan de eerste tekenen van Jodenvervolging en aan het bombardement van het Bezuidenhout in Den Haag op 3 maart 1945.
Ik heb zijn moeder gekend maar nooit een woord van haar over de oorlog gehoord. Komen deze verhalen in deze tijd vooral boven? Het lijkt wel.
Chris Moll “De kleine oorlog”
De toespraak van onze oud-buurtgenoot Chris Moll brengt ons terug naar de tijd dat hij als 11-jarige de oorlog beleefde. Met hem maken we alles nog eens mee: de intocht van de Duitsers, het marcheren van de WA, de gescheiden scholen voor de Joodse kinderen, de razzia’s en het angstwekkend geluid van de sirenes. Ik zie een frêle man voor me, generatiegenoot, die met ingehouden emotie verhaalt hoe de oorlog zijn latere leven heeft beïnvloed en even voel ik mijn eigen angst die overgebleven is uit die jaren.
Ook in de bijdrage van Chris Moll overweegt het persoonlijke, de ‘kleine’ oorlog. Het zijn niet alleen de grote woorden als strijd tegen het fascisme, drieste verzetsdaden of vaderlandsliefde die naklinken. Hij spreekt over de gevoelens van angst die hem zijn gehele leven zijn blijven achtervolgen. En weer stel ik me de vraag of er na zoveel jaren dan eindelijk plaats is voor het persoonlijke, voor wat de oorlog ieder persoonlijk heeft aangedaan of in de huidige tijd, nóg aandoet.
Het deert niet
Het lied ter herdenking van de moord op 13.000 Joodse buurtgenoten blijft steken in een technische storing. Ook het gedicht van Remco Campert, Iemand stelt de vraag, komt door tijdgebrek te vervallen. Jammer, maar het deert de herdenking niet.
De aanwezigen zingen wat aarzelend het Wilhelmus en lopen dan stil langs de gedenksteen. Er zijn bloemen en kransen. Een enkeling legt een steentje op de gedenksteen als een stille groet aan de meer dan 100 mannen die hier vielen.
We mogen nooit vergeten
Thuisgekomen kijk ik naar de samenvatting die AT5 van de herdenking bij Rozenoord heeft gemaakt. Goed dat er een nationale herdenking op de Dam is maar ik ben dankbaar dat er een mogelijkheid is lokaal diegenen te herdenken die hier leefden en zijn omgekomen en die we niet mogen vergeten.